Deze test meet het ademvolume, ofwel hoeveel liters per minuut je ademt. Een gezond ademvolume is ongeveer 6 liter per minuut. Dat is een medische norm, die wordt genoemd in medische handboeken (o.a. Guyton). Het is niet zo dat een te groot ademvolume betekent dat je ook ziek bent. Andersom is het vaak wel zo dat ziekte gepaard gaat met een zware ademhaling.
In deze test wordt dus niet het aantal ademhalingenper minuut gemeten maar het aantal litersper minuut dat je ademt. Dit is in feite een meting hoe groot de koolzuurtolerantie in het bloed is en dat wordt gemeten door het ademhalingscentrum in de hersenen. Wanneer de koolzuurtolerantie bereikt is, geeft het ademhalingscentrum een seintje, dat je weer moet gaan ademen. Daarmee wordt duidelijk hoe groot de koolzuurtolerantie in het bloed is. Dit is belangrijk om te weten omdat dit iets zegt over de zuurstofafgifte in het lichaam. Hoe groter de koolzuurtolerantie, hoe groter de zuurstofafgifte in het lichaam namelijk.
Meestal ligt het aantal seconden dat je rustig en zonder inspanning je adem kunt stilleggen tussen de 10 en 50 seconden. Let op: het gaat er niet om hoe lang je je adem hebt kunnen inhouden, tot je niet meer kunt. Met deze meting leg je je ademhaling stil, waarna je in principe weer rustig door zou moeten kunnen ademen. Dit stilhouden van de ademhaling is alleen nodig tijdens de test en heeft niets te maken met hoe je normaal ademt of met het streven naar een bepaalde ademfrequentie!
De ademfrequentie, het aantal keren dat je per minuut ademt, heeft niets te maken met de gezondheid van je ademhaling. Hierover doen vele verhalen de ronde, met name dat een lagere frequentie beter zou zijn. Het tegendeel is soms waar. Als je jezelf dwingt minder vaak te ademen zal je ademhalingscentrum je dieper laten ademen om toch dezelfde koolzuurwaarde in het bloed te behouden. Wij sleutelen daarom niet op die manier aan de ademhaling. Alleen door het lichaam de gelegenheid te geven om het ademhalingscentrum beter af te stellen, krijg je een gezonder ademvolume.